- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1714
De grote kattenstaart (Lythrum salicaria) is een vaste plant uit de kattenstaartfamilie (Lythraceae). De soortaanduiding salicaria betekent: met blad dat lijkt op een wilgenblad.
De plant heeft meestal tussen de 0,60-1,20 m lange, rechtopgaande, kantige stengels met vertakkingen. De 3-8 cm lange, lancetvormige tot eironde bladeren staan met twee of drie kruisgewijs tegenover elkaar, maar aan de top verspreid. De plant groeit in pollen met wortels tot een meter diep.
De plant is zeer algemeen en te vinden op zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke gronden langs sloten, greppels, kanalen, meren, poelen, beken, en rivieren. Ook in grasland, bermen, lichte loofbossen, vochtige struwelen, drassige kapvlakten, moerassen, vochtige ruigten en in vochtige duinen en heiden.
De 1-1,6 cm grote bloemen groeien in schijnkransen uit de oksels van de bovenste bladen, elk heeft vier tot meestal zes kroonbladen en twaalf meeldraden. De paarsrode bloemen zijn gerangschikt in een tot 35 cm lange schijnaar. Ze zijn tweeslachtig. en vertonen heterotristylie om zelfbestuiving te voorkomen. Dat betekent dat er drie soorten bloemen voorkomen (trimorf):
- kortstijlige bloemen met middellange en lange meeldraden
- middelstijlige bloemen met korte en lange meeldraden
- langstijlig bloemen met korte en middellange meeldraden.
De bloeiperiode loopt van juni tot september.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1387
De grote egelskop (Sparganium erectum) is een vaste plant, die behoort tot de egelskopfamilie (Sparganiaceae). De plant komt van nature voor in Eurazië en Noord-Afrika.
De plant wordt 30-100 cm hoog en vormt dikke wortelstokken. De dof lichtgroene, tot 50 cm lange en 0,6-3 cm brede, rechtopstaande bladeren zijn driehoekig en van onderen scherp gekield.
De grote egelskop bloeit van juni tot september met bloemen, die aan de top donkerbruin tot zwart zijn. De vrouwelijke bloemen hebben lange, draadvormige stijlen en stempels en zitten in ewen tot vier hoofdjes.
De vrucht is een nootje. Op de zaden zitten zes tot tien scherpe of afgeronde ribben. De plant komt voor in en bij zoet, voedselrijk water. De hoofdjes met mannelijke bloemen zitten boven die met vrouwelijke bloemen.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1439
Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata) is een overblijvende plant die behoort tot de Lipbloemenfamilie (Labiatae of Lamiaceae). Het is een plant van meestal natte, humusrijke grond in riet- en zeggenmoerassen, moerasbossen, langs het water, in duinvalleien en op vochtige, stenige plaatsen. In de duinen komt de plant ook voor op drogere grond. De plant komt van nature voor in de gematigde en koudere streken van het Noordelijk halfrond.
De plant wordt 15 tot 45 cm hoog, vormt wortelstokken en heeft een vierkantige stengel. De haren op de stengelribben staan naar beneden gericht. Dit in tegenstelling tot die bij klein glidkruid (Scutellaria minor), waarbij deze omhoog gericht zijn. De 3 tot 10 cm lange, eirond-lancetvormige bladeren zijn ondiep gekarteld-gezaagd en hebben een hartvormige voet. De onderzijde van het blad is vaak roodachtig gekleurd. Ook de stengel is onderaan vaak roodachtig gekleurd.
Blauw glidkruid bloeit van juni tot september met diep paarsblauwe, soms lichtroze, 12 tot 20 mm lange, behaarde bloemen, waarvan het honingmerk bleker is. De bloem heeft een omhoog gebogen kroonbuis. De kelk is ongeveer 4 mm lang. Per bladoksel komt één bloem voor.
De vrucht is een vierdelige splitvrucht.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1297
Het (knikkend) wilgenroosje (Chamerion angustifolium) is een overblijvende, kruidachtige plant uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De Nederlandse naam wilgenroosje is afgeleid van de gelijkenis van de bladeren met die van wilgen. De soortaanduiding angustifolium betekent smalbladig.
De 0,6-1,5 m hoge stengels zijn rechtopstaand, dicht bebladerd en niet vertakt. De 4-16 cm lange, meestal rechtopstaande bladeren zijn langwerpig en aan de onderzijde blauw-groen. De plant vormt vertakte wortelstokken, waaruit nieuwe planten kunnen ontstaan.
De bloemen zijn als een grote aar langs de stengel gerangschikt. De 2-3,5 cm grote bloemen zijn tweezijdig symmetrisch, maar niet puntsymmetrisch. De vier kroonbladen staan in twee paren: een bovenste paar en een onderste paar. De bovenste kroonbladen zijn iets groter dan de twee onderste, waardoor de kroonbladen iets weg hebben van de vleugels van een vlinder. De kelkbladen zijn rood tot donkerpaars gekleurd. Het smalle, onderste kelkblad steekt opvallend tussen de twee onderste kroonbladen naar beneden. De bloemen lijken op steeltjes te staan. Deze steeltjes vormen echter het vruchtbeginsel.
De bloeiperiode loopt van juni tot in augustus.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1333
De valse salie (Teucrium scorodonia) is een overblijvende plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Hoewel de soort in het Nederlands 'salie' genoemd wordt, hoort ze niet bij het geslacht Salvia (salie) maar bij het geslacht Teucrium (gamander). De bladeren missen ook de geur van salie.
De plant is een hemikryptofyt en wordt 30-60 cm hoog.
De licht-groengele bloemkroon bestaat uit twee lippen. De ongedeelde bovenlip is kort, de onderlip is viertandig. Ze staan alleen in de oksels van de kleine schutbladen. Ze staan in een eindelingse aar of tros langs de stengel, naar één zijde gekeerd. De bloeiperiode valt in juli en augustus. De vruchten zijn splitvruchten met een onopvallende kleur.
De gesteelde bladen zijn eirond en hebben een afgeknot-hartvormige voet. Ze zijn stomp en onregelmatig getand. Door het ruwe oppervlak maken ze een 'gekreukelde' indruk.
In Nederland is de soort vrij algemeen in bos- en struweelranden op de zandgronden van de Veluwe, de Achterhoek en Overijssel, maar zeldzaam in Drenthe. Ook in België komt de soort van nature voor en dan met name op zandleem en leem.
Bron: Wikipedia