- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1362
De roze winterpostelein (Claytonia sibirica) is een kruidachtige plant uit de familie Montiaceae. Vroeger was de soort opgenomen in de posteleinfamilie (Portulacaceae). De plant is volgens Heukels' Flora van Nederland eenjarig, andere bronnen geven ook wel tweejarig op.
De botanische naam vindt men terug in de Franse naam 'Claytonie sibérienne', de Duitse naam 'Sibirisches Quellenkraut' en de Engelse naam 'Siberian springbeauty'. Een synoniem is Montia sibirica.
De plant wordt een 15-40 cm hoog. De plant is winterhard tot zone 3. De tegenoverstaande bladeren zijn niet vergroeid zoals bij de witte winterpostelein (Claytonia perfoliata).
De plant bloeit van april tot augustus of september. De tweeslachtige, roze (zelden witte) bloemen zijn ongeveer 1 cm groot. De 0,8-1 cm lange kroonblaadjes zijn tweespletig. De vrucht is een doosvrucht. De zaadjes rijpen van augustus tot oktober en hebben een mierenbroodje, waardoor deze door mieren versleept wordt. De plant zaait zichzelf gemakkelijk uit.
De bestuiving vindt plaats door bijen en vliegen.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 2034
Kussentjesmos (Leucobryum glaucum) is een mossensoort uit de familie Leucobryaceae.
Kussentjesmos is een bladmos die voorkomt op zure grond in bossen, heiden en venen. Vaak komt deze soort voor op zeer droge plaatsen. Zeer zelden vindt er kapselvorming plaats.
Het kussentjesmos kan tot 4 centimeter hoog worden en heeft dunne, naaldvormige blaadjes. Naarmate het mos ouder wordt, sterft het centrum af.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1495
Klimop (Hedera helix), ook wel eiloof, (boom)veil of ifte genoemd, is een groenblijvende, houtige liaan uit de klimopfamilie (Araliaceae). De plant groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en ook schoorstenen, en tegen bomen waaraan de plant zich met korte hechtwortels vastklampt.
Het is een in de gematigde streken groeiende liaan. De plant kan meer dan 10 meter hoog klimmen, maar kan ook uitgestrekt over de grond liggen. De plant verspreidt een eigenaardige, wat harsachtige geur. Soms scheidt de plant ook werkelijk een roodbruin gekleurd hars af. De bladeren en vruchten van klimop zijn voor de mens giftig.
Klimop heeft leerachtige, verspreid staande bladeren. Oudere klimmende planten die voldoende licht ontvangen kunnen boogvormig afstaande bloeiende zijtakken vormen. Klimop vertoont bladdimorfie: de bladeren aan de niet bloeiende takken zijn handvormig gelobd tot gespleten met een hartvormige bladvoet, terwijl de bladeren aan de bloeiende zijtakken eirond zijn en niet gedeeld. Worden deze zijtakken gestekt dan ontstaat er een klimopplant die geen klimstengels meer kan vormen. Deze vorm wordt in siertuinen gebruikt voor de zogenaamde "bolvormige" klimop.
De bloemen staan in bolle schermen die in trossen gerangschikt zijn. De bloemen zijn klein, tweeslachtig, regelmatig, vijftandig en geelgroen. De bloei is in de nazomer en de herfst van september tot december. Klimop is een belangrijke drachtplant. Bloeiende klimop is voor vele insecten in de herfst een rijke bron van nectar en stuifmeel, omdat er dan weinig andere planten bloeien.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1363
Hengel (Melampyrum pratense) is een plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). Tot 2001 werd de soort ingedeeld bij de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae).
Het is een halfparasiet, hij heeft groene blaadjes voor fotosynthese, maar water met nutriënten wordt door de wortels afgetapt uit de wortels van andere planten. Met deze strategie kan hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Bekende gastplanten zijn eik, berk en bosbes.
De vierkantige stengels zijn voorzien van opstijgende zijtakken en een wat overhangende top. De bladeren zijn eirond tot langwerpig. Een trosvormige bloeiwijze is naar één zijde gericht. Ze draagt geelwitte bloemen die maximaal 2 cm groot zijn en bestaan uit een kroonbuis die veel langer is dan de kelktanden.
De vrucht is een doosvrucht met zaden die korter leven dan een jaar en dus voor de winter kiemen. Hengel bloeit van mei tot september en sterft af aan het eind van de zomer. Vanaf juli vindt de verspreiding van het zaad plaats, waarschijnlijk met behulp van mieren. De plant komt voor in open bossen, bosranden, houtwallen en wegbermen met bomen. Hoewel hengel in Nederland sinds 1950 flink is achteruitgegaan, komt hij nog vrij algemeen voor in het oosten van het lands. In Vlaanderen is de soort vooral aanwezig in de Kempen, elders is hij zeldzaam.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1363
Haarmos (Polytrichum) is een geslacht van mossen uit de familie Polytrichaceae. Het is een algemeen voorkomend geslacht dat wereldwijd verspreid is.
Het zijn over het algemeen vrij grote, stevige mossen, die zelfs tot langer dan 50 cm kunnen worden.
In België en Nederland wordt het geslacht vertegenwoordigd door een zevental soorten.
Bron: Wikipedia