- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1560
Pijpenstrootje (Molinia caerulea) (ook: bunt, bent, bente) is een vaste plant uit de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae). De soort is in Nederland en België inheems. Pijpenstrootje is een van de soorten die een rol spelen bij de vergrassing van heidevelden.
De plant wordt 30–120 cm hoog en vormt dichte pollen. De rechtopstaande bloeistengels hebben bij de verdikte voet één knoop (soms ook tot drie dicht bij elkaar) en het onderste stengellid is ongeveer 5 cm lang. Daarboven zitten geen knopen. De verspreid behaarde tot kale bladeren zijn 3 tot 10 mm breed en hebben een lichte middennerf. Het smalle, zoomvormige tongetje (ligula) is 0,5 mm lang.
Het pijpenstrootje bloeit van juli tot september met een 5–40 cm lange, smalle pluim met opstaande, soms meer uitgespreide, zijtakken. De meestal leikleurig blauwe of iets paarse, soms groene aartjes zijn 4–9 mm lang. De aartjes bestaan uit twee tot vijf bloempjes. De kelkkafjes zijn ongelijk en eennervig met uitzondering van het bovenste dat één- tot drienervig kan zijn. Het onderste kelkkafje is 2,2 mm lang en het bovenste 2,6 mm lang. Het kroonkafje (lemma) van de onderste bloem is 3–6 mm lang en heeft drie tot vijf nerven. De spil van het aartje is behaard. De meestal paarse tot vuilpurperen helmknoppen zijn 2–3 mm lang.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1421
De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.
Moerasspirea's hebben talrijke roomkleurige, 0,4-1 cm brede bloemen met vijf kroonblaadjes, die sterk naar amandel geuren. De bloem bevat veel meeldraden, die ongeveer twee maal zo lang zijn als de kroonblaadjes
De bloemen vormen schermvormige trossen die bloeien van juni tot in augustus en september.
De bladeren zijn afgebroken (oneven)geveerd en hebben een groot topblaadje, dat handvormig gespleten is. Er zijn twee tot vijf paar blaadjes, die dubbel getand en eirond zijn. Aan de onderzijde zijn ze viltig behaard en grijsachtig. De bladeren aan de opvallend rode stengel staan verspreid en hebben aan de voet van de bladsteel twee steunblaadjes.
De vruchtjes zijn spiraalachtig gewonden en ongeveer 2 mm groot.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1451
Moerasrolklaver (Lotus pedunculatus, synoniemen: Lotus uliginosus, Lotus major) is een overblijvende plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De soort komt van nature voor in Eurazië en Noord-Afrika. De soort werd tussen 1859 en 1862 voor het eerst in Nederland ontdekt bij Loenen. De plant werd in het toen net nieuwe en snel populair wordende boekwerk 'De flora van Nederland', door C.A.J.A. Oudemans opgenomen als nieuwe inlandsche plant. De moerasrolklaver wordt daar 'Groote rolklaver' (Lotus major) genoemd.
De plant wordt 30-100 cm lang, heeft gestreepte, behaarde, opstijgende of klimmende, vaak holle stengels en vijftallig samengestelde bladeren. De blaadjes zijn aan de randen behaard met lange afstaande haren. De plant vormt ondergrondse uitlopers. Op de wortels komt een blaasvormige mycorrhiza voor.
Moerasrolklaver bloeit van juni tot augustus met gele of roodaangelopen bloemen. De kelktanden staan voor de bloei stervormig uiteen. De kroonbladen zijn ongeveer 11 mm lang. De bloemen staan met vier tot veertien bloemen in een hoofdje.
De vrucht is een ronde, 15-25 mm lange peul. De zaden zijn groengeel tot donkerbruin.
De plant komt voor tussen het gras, aan waterkanten en opengekapte plekken op vochtige tot natte, zwak zure (pH van 4,5-7,5), matig voedselrijke grond.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1417
De kale jonker (Cirsium palustre) is een twee- of meerjarige vederdistel in de onderfamilie Carduoideae van de composietenfamilie. Ze overwintert met winterknoppen onder of net boven de grond, ze is monocarp.
De kale jonker (Cirsium palustre) is een twee- of meerjarige vederdistel in de onderfamilie Carduoideae van de composietenfamilie. Ze overwintert met winterknoppen onder of net boven de grond, ze is monocarp.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1362
De grote pimpernel (Sanguisorba officinalis, synoniem: Poterium officinale) is een plant die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae).
Deze plant, die een hoogte kan bereiken van 30 tot 120 cm, schiet op uit dikke vertakte ondergrondse stengels. Hij vormt een rozet van maximaal 14 blaadjes, waaruit verschillende bloemstelen opschieten met bolvormige bloemhoofden die in de loop van de bloei uitgroeien tot langwerpige donkerrode aren zonder kroonblaadjes.
Grote Pimpernel bloeit van juni tot september. Hij komt in grote delen van Europa voor in vochtige graslanden met vooral een kleiachtige ondergrond. In Nederland is de soort vrij zeldzaam in Midden-Brabant, Midden-Limburg, Noordwest-Overijssel en langs de Overijsselse Vecht. In andere gebieden is de aanwezigheid zeer zeldzaam of nihil. In Vlaanderen komt de plant voor langs de rivieren en in de vloeiweiden van Lommel. Belangrijk is dat groeiplaatsen niet in het zomerseizoen gemaaid worden.
Zonnige plaatsen met vochtige, matig voedselrijke, licht bemeste grond, vaak op plekken met basische kwel. Dikwijls op mengbodems van zandige rivierklei, zandig laagveen, kleiig zand en kleiig veen, ook op leem en laagveen. Langs waterkanten, bergweiden, schrale hooilanden, vloeiweiden, periodiek overstroomde gronden zoals uiterwaarden en schrale stroken hooiland tussen petgaten, in bermen, op rivierdijken en spoordijken.
Bron: Wikipedia