- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1427
Het madeliefje of meizoentje (Bellis perennis) is een kleine vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae) die tot 15 cm hoog wordt. Bellis is afgeleid uit het Latijn en betekent mooi, perennis betekent "overjarig". De naam Bellis perennis betekent 'alle jaren mooi'.
Er zijn twee hypothesen over de herkomst van de Nederlandse naam 'madeliefje'. De eerste is een samentrekking van het woord 'made', wat weide of hooiveld betekent (vgl. ook 'maaien'), en het woord 'lief', omdat men de bloem waarschijnlijk graag zag in het veld.
De tweede hypothese geeft aan dat het woord mogelijk afkomstig is van maagde-lief, omdat het bloempje vroeger in verband werd gebracht met de heilige maagd Maria.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1420
Het knoopkruid (Centaurea jacea) is een kruidachtige plant uit de composietenfamilie (Compositae oftewel Asteraceae). Een synoniem is Centaurea thuillieri.
In Nederland (met uitzondering van Drenthe) en Vlaanderen is het een algemene plant van bermen en andere ruderale plaatsen.
De overblijvende plant wordt 30–70 cm hoog. De bovenste bladeren zijn ongedeeld en staan afwisselend langs de stengel. De onderste bladeren zijn meestal bochtig tot veerspletig.
De bloemhoofdjes zijn 2–4 cm breed. Ze bestaan uit roze tot roodpaarse buisbloemen. De randbloemen hiervan zijn vergroot en steriel. Door het vergroten en het opzij staan lijken ze op lintbloemen. De omwindselbladen in de bovenste helft hebben een afgescheiden, gestekeld aanhangsel. De bloeiperiode loopt van juni tot in de herfst.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1528
De grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius, synoniem: Rhinanthus serotinus) is een eenjarige halfparasiet uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De 10-80 cm hoge plant heeft gele bloemen met een donkerpaarse lip.
De grote ratelaar komt van nature voor in vochtige, matig voedselrijke graslanden. De soort heeft erg geleden onder de intensivering van de landbouw. Tegenwoordig komt men de grote ratelaar weer meer tegen. De plant is namelijk gemakkelijk uit te zaaien en is populair bij (weg)beheerders. Uit onderzoek in het Drentsche Aa gebied bleek de maaimachine van de beheerder de belangrijkste verspreider van de zaden te zijn. Omdat de zaden maar een jaar kiemkrachtig blijven dienen bermen en hooilanden met de grote ratelaar laat in het seizoen gemaaid te worden.
De grote ratelaar is meestal halfparasiet op grassoorten. Op plaatsen waar veel ratelaars groeien is het gras meestal vrij laag.
Verwante soorten zijn de kleine ratelaar (Rhinanthus minor) en de harige ratelaar (Rhinanthus alectorolophus). Waar de grote en de kleine ratelaar samen voorkomen kunnen hybrideen ontstaan. Het onderscheid tussen beide soorten is soms vrij onduidelijk. De kleine ratelaar heeft zoals de naam al suggereert een kleinere kelk (tot 1,5 cm) en meestal geen paarse lip. De grote ratelaar komt veel meer voor dan de kleine ratelaar. De harige ratelaar is goed van de grote ratelaar te onderscheiden door de donzige behaarde kelk.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1518
De gewone ereprijs of gamander-ereprijs (Veronica chamaedrys) is een vaste plant uit de Weegbreefamilie (Plantaginaceae). De plant heeft azuurblauwe bloemen, die ongeveer 1-1,5 cm groot zijn. Aan de buitenkant worden de bloemen wat lichter van kleur.
Bloemen die al een dag oud zijn krijgen een wat roodachtige zweem. De bloem sluit zich bij langdurige regenval en harde wind. Bovendien gaan de gesloten bloemen hangen. De bloem wordt vanwege stuifmeel en nectar bezocht door vliegen, de honingbij en kevers.
De eironde bladeren zijn gekarteld en aan de voet afgerond. Kenmerkend voor deze soort is dat de beharing van de stengel in twee rijen geconcentreerd is.
De gewone ereprijs is een plant van matig voedselrijke, vochtige graslanden en lichte bossen en struwelen. De soort groeit veel in bermen en op dijken. Ook kan hij in gazons voorkomen. Doordat deze zoveel gemaaid worden, komt hij dan niet tot bloei.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1321
De gewone margriet (Leucanthemum vulgare, synoniem: Chrysanthemum leucanthemum) is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De hoofdbloei valt rond juni. De plant heeft een bloemhoofdje met een geel hart bestaande uit buisbloemen, dat wordt omkranst door witte straalbloemen. De stengels zijn meestal niet of weinig vertakt. De wortelstok is meestal gedrongen en vertakt. Het aantal donkergroene bladeren is variabel.
De gewone margriet is karakteristiek voor graslanden die gemaaid worden, zoals bermen en hooilanden. Vaak kiemt de margriet op tijdelijk open plekken in het grasland, zoals molshopen. Koningin Wilhelmina liet indertijd op Paleis Het Loo de gazons tot en met juni ongemaaid waardoor de margrieten konden bloeien. Daarna werden deze terreinen weer als gazon beheerd. Inderdaad blijkt de margriet het in deze hooigazons goed te doen. Waar ze op zandgronden groeit, is de grond vaak vermengd met leem of een ander fijnkorrelige grondsoort. Op klei is het een indicator voor minder grote voedselrijkdom.
De naam margriet komt van het Oudgriekse margarites, dat weer uit het Babylonisch komt en parel betekent. Een andere Nederlandse naam die in vroegere tijden voor de margriet is gebruikt is ganzebloem, die tegenwoordig voor een andere soort wordt gebruikt.
Bron: Wikipedia