- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1275
De echte guldenroede (Solidago virgaurea) is een vaste plant die behoort tot de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en sterk in aantal afgenomen. De plant komt van nature voor in Eurazië. Daarnaast wordt er de kleiner blijvende ondersoort Solidago virgaurea subsp. minuta onderscheiden.
De plant wordt 30-100 cm hoog en heeft vaak een zijdelings bladrozet. De onderste, eironde bladeren zijn groter, breder, hebben een scherper gezaagde bladrand en een langere bladsteel dan de bovenste, lancetvormige bladeren.
De echte guldenroede bloeit van juli tot de herfst met gele bloemen, die in 6 tot 10 mm brede hoofdjes zijn gerangschikt. De 6-12 mm lange lintbloemen steken buiten de hoofdjes. De hoofdjes vormen een tros of een pluim, die korte, rechte zijtakken hebben.
De vrucht is een nootje.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1336
Duizendblad (Achillea millefolium) is een plant uit de composietenfamilie. De soortaanduiding millefolium verwijst naar het dubbel veerdelige blad, waardoor het lijkt of het uit zeer veel kleine blaadjes bestaat. De geslachtsnaam is afgeleid van Achilles, die duizendblad met zijn legers meenam voor de behandeling van krijgswonden.
De plant komt voor op voedselrijke, verstoorde grond en op braakliggende terreinen. De plant kan goed tegen droogte. De plant komt algemeen voor in Europa en Noord-Amerika en heeft een kenmerkende geur.
Duizendblad heeft een kruipende wortelstok met uitlopers, waaruit bebladerde niet bloeiende en bloeiende stengels komen. Deze zijn rechtopstaand, meest enkelvoudig, min of meer behaard. De bladen zijn ook min of meer behaard, in omtrek lancet- tot lijnvormig, dubbel vindelig, met meest 2-(tot 5-)spletige slippen en meest langwerpig-lancetvormige, stekelpuntige slipjes en een ongetande of naar boven iets getande middennerf (zie bij Edel duizendblad Achillea nobilis ). De hoofdjes zijn vrij klein, tot een min of meer dichte, schermvormige pluim verenigd. Het omwindsel is langwerpig-elliptisch, behaard. De omwindselbladen liggen dakpansgewijs, zijn langwerpig-eirond, vliezig gerand (bleek, bruinachtig of bijna zwart). De stroschubben zijn lijn-lancetvormig, gekield, stekelpuntig. De straalbloemen zijn wit of rose, zelden rood, lintvormig, 3-tandig, vrouwelijk, de plaat is half zo lang als het omwindsel. De schijfbloemen zijn geel of grijswit, 2-slachtig. De vrucht is samengedrukt, zonder haarkroon, langwerpig-omgekeerd eirond. 15-45 cm. Overblijvend. Juni-herfst.
De plant wordt 15–50 cm hoog en vormt ondergronds wortelstokken voor vegetatieve verspreiding.
Naamgeving
Tal van volksnamen zijn voor deze plant in gebruik. In Friesland noemt men haar Tjerkhofbloem, Kruswortel, Schapenrib. Daar en in Groningen Schapengarf, in Groningen ook Duizendtak, Schapeklaver en Rijstebrij, in Friesland en Salland Chocoladebloem, in Friesland, Oost-Drente, Noord-Overijsel en Salland Hazengras, in Oost-Drente, Twente, Salland en op Walcheren Hazenkervel, in Noord-Overijssel Hesekasen, in Salland Hazenklaver, in Twente en Salland Kamille, daar en ook in de Graafschap Zutphen Garve en Grenzink, in de Achterhoek van Gelderland, aan de Veluwezoom, in Utrecht, Zuid-Limburg en het Oostelijk deel van Noord-Brabant Hazengarve, bij Hattem Hondeklaar, aan de Zoom van de Veluwe Scheere, in de Achterhoek van Gelderland Hondekemme, in het Oosten van Noord-Brabant Rijstepapbloem, bij Zunderdorp Kikkerbloem, in Zuid-Limburg Ganzegerf en Tabaksbloem, in Waterland Zere ogenbloem, op Texel Paddebloem, op Terschelling Karwiek en Stoelbloem, in West-Friesland Koddebloem, bij Goes en in Zeeuwsch-Vlaanderen Heebloemen, in het Land van Hulst Hondegervel. Achillea = Volgens sommigen naar de held Achilles, omdat deze het eerst op de geneeskrachtige eigenschappen van A. millefolium zou hebben opmerkzaam gemaakt, volgens anderen naar Achilles, een leerling van Chiron (niet de Homerische held). Deze zou volgens Plinius de in zijn eigen zwaard verwonde Telephon met een aftreksel van Achillea genezen hebben. Millefolium = duizendblad.
Het duizendblad bloeit van juni tot november met wit tot roze bloemen. De planten met roze bloemhoofdjes worden ook in de siertuin gebruikt. Soms komen planten met rode bloemen ook in het wild voor. De samengestelde bloeiwijze bestaat uit een schermvormige tros met bloemhoofdjes.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 2040
De doornappel (Datura stramonium), ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid, is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een zeer giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.
De 5-10 cm lange trechtervormige bloemen zijn lang evenals de kelk die vijfkantig is. De bloeiperiode loopt van juni t/m september/oktober. De bloemen zijn wit, soms paars aangelopen. Ze staan in de oksels van de 8-20 cm lange bladeren. De doosvrucht is eivormig en vaak gestekeld. De doosvrucht, die na rijping gedurende de zomer openspringt, bevat honderden zwarte, niervormige zaden.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1469
Gewone brunel (Prunella vulgaris) is een plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Het is een laagblijvende, enigszins behaarde plant die voorkomt op grazige plaatsen. Oorspronkelijk komt de plant uit Midden-Europa. Vaak is de gewone brunel voorzien van een purperen waas. De stengel is vierkantig en onderaan kruipend. De dichte bloeiwijze is de aanleiding tot de alternatieve naam 'bijenkorfje'.
De bladeren zijn langwerpig tot eirond. Ze kunnen zowel gekarteld als gaaf zijn.
Er is sprake van eindstandige, dichte, ronde bloeiwijze. De plant bloeit van mei tot in de herfst. De bloem is blauwpaars, roodachtig, violet of zelden wit, tweeslippig en heeft een lengte van 1-1,5 cm. De bovenlip is gewelfd en de onderlip heeft lange slippen. De kelk is vijftandig en er bevindt zich een cirkelrond schutblad onder elke bloem.
De vrucht van de gewone brunel bestaat uit vier nootjes.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1313
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare, synoniem: Chrysanthemum vulgare) is een overblijvende plant uit de composietenfamilie. Hij lijkt op jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris), maar de bloeiwijze kent geen gele krans van straalbloempjes. In het grootste deel van Europa en het noordelijke deel van Azië komt boerenwormkruid op veel plaatsen van nature voor.
Het is een vaste plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60–120 cm lang worden en bloeit met platte schermen, die uit tientallen bloemhoofdjes (met alleen buisbloemen) bestaan. Ze staan in schijnschermen zeer dicht opeen en geven het scherm de stevigheid als van een kussentje.
De hoofdbloei valt in de periode juni tot en met augustus en de nabloei kan tot aan de herfst aanhouden. De bladeren zijn afgebroken geveerd met naar de top van het blad veerdelig en de blaadjes veerspletig en bezet met klierharen. Deze klierharen zijn verantwoordelijk voor de wat sterke kamferachtige geur, die zich bij aanraking verspreidt. Omdat de olie die uit de plant kan worden gewonnen in principe giftig is, is het in de Verenigde Staten verboden om de plant te verkopen. Boerenwormkruid wordt tot de kompasplanten gerekend, omdat de bladeren in het volle zonlicht zich ongeveer plat op het zuiden richten.
De vrucht is een 2 mm lang nootje.
Bron: Wikipedia