- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1441
De bolderik (Agrostemma githago) is een plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. In Nederland komt hij van nature voor in het rivierengebied, in Twente en in Zuid-Limburg. De bolderik wordt ook in eenjarige bloemenweiden uitgezaaid en in siertuinen gekweekt.
Deze eenjarige plant wordt 20–100 cm hoog, heeft lancetvormige bladeren en is zwak behaard tot viltig. De bolderik bloeit van juni tot juli met alleenstaande, langgesteelde, dieproze tot paarsrode bloemen. De kelk is ruw behaard en de kelkbladen zijn puntig en langer dan de kroonbladen. De bloemen zijn tweeslachtig. Hoewel de gehele plant giftig is, zijn de donkergekleurde zaden het giftigst. Vroeger werden deze meegeoogst en bij onvoldoende schoning meegemalen, waardoor het graanmeel giftig werd en door de aanwezige saponinen tot maag- en darmproblemen kon leiden.
De bolderik komt voor op löss (Limburgse klei) en zandige klei en groeit tussen het graan, vooral tussen rogge en verder op braakliggende terreinen. De plant is vrij slap en heeft steun nodig van de graanplanten. Het was vroeger een algemeen voorkomend graanonkruid.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1775
Het akkervergeet-mij-nietje (Myosotis arvensis) is een in België en Nederland algemeen voorkomende, tot 60 cm hoge plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). Het werd vroeger "middelst vergeet-mij-nietje" genoemd.
De vertakte stengels hebben vaak aan de onderzijde een bladrozet. De langwerpige tot ovaalvormige bladeren zijn langs de rand iets golvend en aan het eind spits. Stengel, bladen en kelkbladen zijn behaard.
De bloemen zijn 2-5 mm groot, en helder lichtblauw. Ze staan in kleine groepjes dicht bij elkaar. De vruchtkelkstelen zijn twee tot drie maal zo lang als de vruchtkelk zelf. De bekervormige vruchtkelk is tot iets minder dan de helft gespleten. De bloeiperiode loopt van mei tot laat in de herfst.
De donker-bruinzwarte zaden zijn heel klein en licht, duizend zaden van het Akkervergeet-mij-nietje hebben een gewicht van 0,25 gram. Het akkervergeet-mij-nietje heeft aan elkaar vergroeide kroonbladeren.
De standplaats van het plantje is op akkers, in bossen, duinen, bermen; in het algemeen op voedselrijke grond. De plant komt algemeen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1591
Akkerkool (Lapsana communis) is een plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). Er vormen zich kleine bloemhoofdjes op een vertakte stengel die tot 90 cm hoog kan worden. Akkerkool groeit op zowel bebouwde als onbebouwde grond, bijvoorbeeld langs wegen, dijken, in bossen en tegen muren.
Er zijn uitsluitend lintbloemen, die geel van kleur zijn. Het hoofdje heeft een doorsnede van 1,5–2 cm. Er bevinden zich smalle omwindselblaadjes om de bloem, die lijnvormig en stomp zijn.
De bloemen zijn langgesteeld. Er vormt zich een losse pluim van hoofdjes. De bloeiperiode loopt van juni tot augustus/september.
De onderste bladeren zijn liervormig veerdelig en hebben een grote eindslip. De bovenste bladeren zijn lancetvormig.
Akkerkool draagt een nootje met ribben en zonder haarkroon.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1513
De muurpeper of eeuwig leven (Sedum acre) is een 5-25 cm hoge, vaste plant uit de vetplantenfamilie (Crassulaceae). De naam peper is afgeleid van de scherpe smaak van de bladen.
De plant wordt ook wel 'tripmadam' genoemd, maar die naam hoort bij de soort Sedum reflexum.
De plant vormt vaak kleine tapijten. De 3-4 mm grote bladen zitten dicht opeen langs de stengels. De plant bloeit van mei tot augustus met felgele 1,2 cm grote bloemen. De bloemen hebben vijf kroon- en vijf kelkbladen.
De plant lijkt op zacht vetkruid (Sedum sexangulare), maar bij muurpeper is de bloem iets groter en het blad smaakt bij zacht vetkruid ook niet naar peper.
Bron: Wikipedia
- Details
- Geschreven door: Hans
- Categorie: Planten
- Hits: 1446
Het rozenkransje (Antennaria dioica) is een vaste plant die behoort tot de composietenfamilie (Compositae oftewel Asteraceae). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Deze plant is in Nederland wettelijk beschermd sinds 1 januari 2017 door de Wet Natuurbescherming. De plant komt voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond en wordt ook in de siertuin gebruikt.
De plant wordt 5–15 cm hoog en heeft rozetdragende uitlopers. De bovenzijde van de bladeren is groen en de onderkant witviltig behaard. De vorm van de wortelbladeren is spatelvormig en die van de stengelbladeren lancet- tot lijnvormig.
Het rozenkransje bloeit in mei en juni. De bloeiwijze is een gevorkt bijscherm. De bloemstengel is onvertakt en draagt twee tot acht bloemhoofdjes. De planten komen in groepjes voor, die uit vrouwelijke, mannelijke of zowel vrouwelijke als mannelijke planten kunnen bestaan. De vrouwelijke hoofdjes zijn meestal roze en de mannelijke meestal wit van kleur. De omwindselblaadjes zijn bovenin lintbloemachtig. De hoofdjes bestaan enkel uit buisbloempjes.
De vrucht is een nootje.
De plant komt voor tussen kort gras en heide op droge, vrij voedselarme grond.
Bron: Wikipedia