Schijnpapaver (Papaver cambricum) is een opvallend geel, oranjegeel of oranje bloeiende overblijvende klaproossoort. Uit de basis van de plant komen 1 of meerdere in de onderste helft bebladerde, regelmatig aanliggend of afstaande, iets borstelig wit behaarde stengels. De 1-3 licht- tot middengroene bladeren per stengel zijn verspreidstaand, oneven geveerd met een dieplobbig en driedelig topblaadje. De deelblaadjes zijn zittend. Het onderste blad zelf is lang gesteeld, de bladeren erboven bijna zittend. De blad-as en bladsteel zijn licht gevleugeld, iets gootvormig. De bladrand is diep getand met op vooral de eindtand een kort, iets stomp topspitsje. De twee kelkbladeren zijn dicht, afstaand en relatief lang behaard. Voor de bloei staan de knoppen in geknikte toestand. De bloem staat aan het eind van een lang (tot rond de 35 cm.) onbebladerd deel van de stengel, is opvallend groot (6-8 cm), met 4 elkaar aan de basis overlappende, in de lengte gerimpelde, kroonbladeren. De vele meeldraden staan in een krans rond het hogere vruchtbeginsel met daarop de 4-6 korte, knotsvormig gesorteerde, stempelstrepen. De volgroeide, rechtopstaande vruchten zijn knotsvormig, hebben een bobbelig oppervlak en een korte insnoering onder de stempelrestanten. 30-50 cm. Mei-oktober.
Gelijkende taxa
Vanwege de gele of oranje bloemen is er gelijkenis met Donzige klaproos Papaver atlanticum. Donzige klaproos heeft dichter, langer behaard enkelvoudig blad en op de vrucht een platte vruchtdeksel met langwerpige stempelstrepen. Naaktstengelige klaproos Papaver nudicaule is in onze contreien een zeldzame tuinontsnappeling met een range aan bloemkleuren, waaronder oranje en geel, maar heeft minder geveerd en minder groot blad dat iets blauwgroen is en alleen aan de basis van de plant staat.
Verspreiding
Schijnpapaver heeft een zeer beperkte verspreiding en komt van nature alleen in Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje voor. In Midden- en Noord-Europa, net als in de Benelux, is Schijnpapaver verwilderd en/of ingeburgerd. Vooral in Nederland is Schijnpapaver opvallend toegenomen de afgelopen decennia. In België en Nederland is Schijnpapaver vooral te vinden in verstedelijkte omgeving in de buurt van tuinen, zoals in steegjes en op stoepranden. Schijnpapaver is inmiddels ook op enkele natuurlijkere plaatsen te vinden zoals op enkele vochtige, beschaduwde rotspartijen in Wallonië.
Naamgeving
Papaver = mogelijk afgeleid van pap, een kinderlijk woord voor voedsel, omdat het melksap gebruikt werd als slaapmiddel in het voedsel van kinderen. Dit gebruik is, voor de goede orde, sterk af te raden. Cambricum = van Cambria; Wales. Een erg bekend gegeven van de plant is dat ze van nature voorkomt in Wales. Schijnpapaver = vanwege de eerdere indeling van de plant onder het genus Meconopsis. In die opvatting was het geen echte Papaver.
Bron: Waarneming.nl