Veldsprinkhanen (Acrididae) zijn een familie van rechtvleugelige insecten die behoren tot de kortsprietigen.
De veldsprinkhanen zijn allemaal typische sprinkhanen met een gepantserd lichaam, zeer goed ontwikkelde achterpoten, meestal duidelijke vleugels en korte antennes.
De gehoororganen zitten aan weerszijden van het eerste achterlijfssegment, vlak boven de dijen van de achterpoten. In tegenstelling tot de sabelsprinkhanen (Tettigonidae) hebben de vrouwtjes geen duidelijk zichtbare legbuis. Sommige soorten hebben felle kleuren op lichaam en vleugels om vijanden af te schrikken. Tsjirpen doen ze door met hun achterdijen langs de voorvleugels te wrijven, die gaan trillen en het geluid maken. Ze worden 1 tot 8 cm lang, 2 gram zwaar en 3 tot 6 maanden oud.
Mannetjes zingen overdag om de meestal grotere vrouwtjes te lokken. Het mannetje gaat tijdens de paring boven op het vrouwtje zitten. De paring zelf duurt een uur, maar het mannetje blijft soms meer dan een dag op het vrouwtje zitten om rivalen te weren. In de nazomer boort het vrouwtje een aantal keer een gat in de grond en zet daarin telkens 10 tot 100 eieren af, beschermd door een schuimlaag, die na 10 à 20 dagen of de volgende lente uitkomen. Na enige tijd zijn de jonge sprinkhanen (nimfen) volwassen.
Bron: Wikipedia